Waarom ik (nog niet) geloof in het Smart Industry initiatief

23 februari, 2017 / Alex Wilbrink

De uitnodiging was aantrekkelijk. Het Smart Industry Event 2017 beloofde een boeiende agenda. Na jaren van ‘outsourcing’ perikelen en strategische ‘mergers en acquisities’, is hiermee (sinds enige tijd) innovatie terug op de agenda van de maakindustrie. Het jaarevent 'Smart Industry 2017’ is dan ook een mooie gelegenheid om informatie in te winnen over de laatste technologische inzichten en de gerealiseerde toepassingen binnen de Nederlandse industrie. En de Jaarbeurs in Utrecht is opnieuw een strategisch gekozen locatie.

integrated-industry_BOOST.jpg

Strategisch belang
Natuurlijk: het belang van een concurrerende Nederlandse industrie is onmiskenbaar. Het versnellen van de digitalisering van productie processen is essentieel. Het produceren wordt daardoor efficiënter, goedkoper, kwalitatief hoogwaardiger en kan meer klantspecifiek worden uitgevoerd. Het betekent meer export, verdienkracht en daarmee een groeiende werkgelegenheid. Het gedane appel op het nieuwe kabinet lijkt me dan ook terecht: zet in op een Smart Industry, regel structurele financiering voor onderzoek en fieldlabs; ondersteun bedrijven bij hun volgende stap en biedt de juiste condities voor levenslang leren en de ICT kernvoorwaarden.

De sessies en mijn zoektocht
Zoals elke conferentie de uitdaging kent om voor jezelf en je organisatie de relevantie en toepassingsmogelijkheden te ontdekken, bleek voor mij ook dit event een puzzeltocht. Alle aspecten die ik me had voorgesteld met betrekking tot slimme bedrijfsvoering kwamen op zich wel aan bod. Van Big Data en Slimme data tot flexibel produceren, kwaliteitsverbeteringen en klantrelaties.

merkel-smartindustry.jpg

 

Het integrale Smart Industry beeld van Angela Merkel – nu al weer enkele jaren geleden – was helder: Smart Industry gaat over massa-maatwerk, ‘Smart Factories’ produceren sneller en goedkoper. Het terugvinden van deze integraliteit in de gegeven presentaties en tijdens de sessies vond ik echter niet eenvoudig.

Nieuwe vragen
Daarbij kwamen bij mij ook nieuwe vragen op. Samenwerking lijkt een belangrijke voorwaarde voor de innovatie in de industrie, maar wat betekent samenwerken als commerciële belangen niet corresponderen? Een stap voor stap aanpak klinkt praktisch en pragmatisch, maar elimineert deze route niet per definitie een voldoende disruptief herontwerp van logistieke en ontwerpprocessen? En: is het Smart Industry concept niet voor een groot deel marketing? Zo van: zonder een wezenlijke innovatie plakken we het moderne predikaat Smart Industry op mijn product en bedrijf en de verkoop trekt weer aan. Gesprekken met aanwezige leveranciers geven herhaaldelijk het beeld van ‘oude wijn in nieuwe zakken’. ERP, MES, SCM, PLM hebben allemaal iets te maken met de Smart Industry. Maar de oplossingen bieden echter nauwelijks tot geen integrale antwoorden op de uitdagingen van morgen.

Waar zijn de maakbedrijven zelf?
En als laatste - misschien wel meeste urgente - vraag: waar waren de maakbedrijven? Een snelle analyse van de deelnemerslijst leert dan minder dan 30% van deelnemers een echt maakbedrijf vertegenwoordigt. Hebben de ondernemers het te druk met hun smart innovaties of is Smart Industry vooral een speeltje voor consultants, accountants, onderzoekers en andere kennisinstituten die graag mooie rapporten schrijven?

Commerciële werkelijkheid
Mijns inziens zal de commerciële werkelijkheid het succes van Smart Industry initiatieven bepalen. In het verleden zijn bijvoorbeeld diverse pogingen ondernomen om de fysieke productie en de bijbehorende administratieve systemen te integreren. In de meeste gevallen bleek het niet succesvol. Het ontwikkelen en leveren van administratieve systemen en de aansturing van machines, productielijnen en apparaten bleken principieel verschillend. Zo bleek voor Invensys – dat indertijd Baan Company overnam – de ambitieuze visie ‘van de top floor naar de shop floor’ in de praktijk een maatje te groot.

smartindustrylogos.png


Ambities en Advies
Het constateren van gebrek aan integraliteit en het stellen van kritische vragen is uiteraard gemakkelijk schieten… Daarom, naast het in de praktijk uittesten van innovaties in field-labs lijken me de volgende voorwaarden essentieel voor een succesvol vervolg. 

1. Sluit aan bij de innovaties in het verleden en bouw door op gerealiseerde innovaties.
Gerealiseerde innovaties op het gebied van Supply Chain Management komen nu beschikbaar voor het MBK door het beschikbaar komen van Machine Learning in de Cloud. De kracht van de elastische cloud infrastructuur staat ter beschikking op elk moment voor elk type onderneming. Dit betekent dat efficiënt integrale afwegingen gemaakt kunnen worden tussen bijvoorbeeld winstmaximalisatie, doorlooptijd verkorting, inzet van resources en beschikbaarheid. Klassieke materiaal gestuurde planning principes (MRP) zijn daarmee ook voor het MKB volstrekt achterhaald.

2. Houd rekening met de verschillende logistieke typologieën.
Een ‘engineer-to-order’ onderneming van eenvoudige producten is zonder veel kosten in staat om engineering- en uitvoeringprocessen volledig te automatiseren. Er zijn diverse aansprekende voorbeelden beschikbaar. Goede voorbeelden waarbij de ‘assemble-to-order’ typologie is gecombineerd met een ‘engineer-to-order’ proces zijn er bijvoorbeeld veel minder.

3. Denk niet in subsidies maar in de bijbehorende business case
De automotive supply chain kenmerkt zich -al jaren lang- door efficiëntie. De regie van de keten ligt bij de OEM en dat heeft geleid tot een centraal gestuurde en efficiënte keten. Het expliciet nadenken over de business case in combinatie met de bijbehorende innovatie is denk ik van wezenlijk belang. Subsidie kan en zal dit nooit kunnen compenseren.

4. Koester leiderschap van ondernemers.
Innovaties vinden vaak plaats in kleine bedrijven. Bedrijven die wendbaar blijken en nieuwe technologie kunnen toepassen. Verwacht de innovatie niet van de accountant of de huidige IT leverancier. Stimuleer het talent dat technische ervaring en denkkracht combineert met het doorzettingsvermogen van de ondernemer. 

Enfin: het bezoek aan de Jaarbeurs was als van ouds boeiend. Het spreken van Hans de Boer (VNO-NCW) over de leefbare wereld voor zijn kinderen en kleinkinderen blijft leuk. De trots van Fried Kaanen op zijn Polca kaarten en zijn Scharnieren inspireert ook nu. Maar wat belangrijker is: Nederland innoveert; de maakindustrie toont progressie.